Nello stesso fine settimana in cui la Germania ha finalmente chiuso il capitolo sull’energia nucleare, la Finlandia ha aperto una nuova centrale nucleare. L’interesse per l’energia nucleare sta crescendo in Europa, così come il dibattito intorno ad essa. “Le grandi potenze europee sono diametralmente opposte”.
Na een bouw van achttien jaar, inclusief veertien jaar vertraging, opende op 16 april de nieuwe kerncentrale in het westen van Finland. Met een capaciteit van 1600 megawatt is de Olkiluoto-3 meteen de grootste kerncentrale van Europa. De reactor kan een derde van alle benodigde stroom in het land leveren.
In hetzelfde weekend dat de Finse centrale voor het eerst elektriciteit leverde, sloten de laatste drie kernreactoren in Duitsland de deuren. Ook België wil langzaam richting een atoomvrije toekomst, terwijl Nederland juist inzet op twee nieuwe centrales in Borssele. En in Frankrijk mikt president Emmanuel Macron op een “nucleaire renaissance“.
De verschillende houdingen illustreren de verdeeldheid tussen Europese buurlanden maar al te goed. Kernenergie was al jaren een controversieel onderwerp, en sinds de oorlog in Oekraïne laait de discussie erover weer op.
Door de energiecrisis besloten sommige landen hun kerncentrales langer open te houden of zelfs nieuwe te bouwen. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht dat het wereldwijde gebruik van nucleaire energie – als aanvulling op hernieuwbare energie – de komende jaren alleen maar toeneemt.
Geen verrassing, vindt Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool Groningen. “We hebben niet alleen een energiecrisis, maar ook een klimaatcrisis”, zegt hij. “Veel landen moeten nu actie ondernemen, maar ze hebben niet allemaal een Noordzee waar het zo hard waait.” Volgens Visser is het daarbij logisch om een alternatief te willen voor windmolens of zonnepanelen, voor als het windstil of bewolkt is.
“Fanatico della musica. Risolutore di problemi professionale. Lettore. Ninja televisivo pluripremiato.”